Gerard Koek

Bericht 5

Teken….en

De gehele werkperiode zijn er ook nu tekeningen ontstaan, zoals altijd bij mijn installaties. In het tekenen figureren geen uitgekristalliseerde beelden maar staat het moment daarvóór centraal: het proces van overwegen en associëren, breed en ongebonden en tegelijkertijd scherp gefocust. In deze tekeningen is ruimte voor opspringende gedachten, ontluikende vergezichten, aarzelende gewaarwordingen of onpeilbaar complexe vertakkingen. Een getekende lijn kan iedere keer weer alle kanten op gaan. De tekening legt voor mij de meest directe verbinding met het kwetsbare moment van een overweging, een gedachte of een idee.

De plek van waaruit

Wanneer een werk ‘in situ’ wordt gemaakt lijkt de aanwezige locatie een centrale plaats in te nemen. Wat echter blijkt is dat er al gauw een sterker band zichtbaar wordt waarin de voorgaande werken en de werken die nog in aankomst zijn als woorden in een zin aaneen geregen worden. De plek van waaruit alles wordt gedirigeerd blijkt niet de plek te zijn waar onze voeten staan.

Traveller’s Dilemma

In het eerste bericht haalde ik het in Berlijn ontstane werk: “Traveller’s Treat” aan. De hier ontstane installatie “Traveller’s Dilemma” lijkt een vervolg en/of commentaar te vormen op deze reeks. De tussen twee bomen aanwezige koffers laten je nadenken over wat het betekent om wortels te hebben óf een handvat. Ook talloze meningen, (stellige) opvattingen, herinneringen dan wel overtuigingen verraden de aanwezigheid van wortels óf handvaten. In hoeverre zijn we bereid de mobiliteit van onze gedachten de ruimte te geven.

Murganheira / Portugal,  30 juni 2021

Bericht 4

Presentie en presentatie

Wanneer we een verre onbekende plek bezoeken dient de aangetroffen werkelijkheid zich aan als onbetwistbaar. Toch zijn het de dikwijls kleine verschillen in ordening, samenstelling of uitstraling die ons zullen bijblijven als karakteristiek en typisch voor die locatie. De verschillen die we ervaren, wijzen ons tevens op de relativering van welke ordeningsconstellatie dan ook. Het kan blijkbaar ook ánders en daarmee wordt het daaraan verbonden waarde- en waarderingssysteem niet als onvermijdelijk maar als mogelijkheid zichtbaar. Iedere installatie is per definitie een ijking, bevraging en overschrijding ineen.   

Passage

Veel in onze hedendaagse cultuur is ingesteld op de claim tot ongeremde toegang. Of het nu internet betreft, de uitgegumde grenzen in Europa of het consumentenverlangen naar volledige bevrediging: ons geluk lijkt verbonden aan liefst onbegrensde toegankelijkheid. Deze wens tot onbelemmerde voortgang vormt slechts de keerzijde van een in essentie nog steeds versleutelde bezits- en beheersstructuur. Niet enkel zij die in de derde wereld verblijven of onder aan de inkomensladder bungelen zijn hiervan de getuige. Het waardevolle in de kunst betreft juist het feit dat er op een volstrekt andere wijze kan worden omgegaan met dit verlangen tot passage. Een gedicht, een muziekstuk, een beeldend kunstwerk belonen aandacht en interesse met toegankelijkheid en deelname. Wat wordt uitgewisseld is wat wérkelijke waarde omvat: tijd, interesse en aandacht.

Met andere woorden

Er zijn een tweetal installaties waarin een ‘tekstballon’, zoals men die tegenkomt in stripverhalen, een hoofdrol speelt. Zo’n tekstballon bakent binnen het beeld een zone af waarin de taal domineert en doet dit zo helder dat, zelfs al bevinden er zich tekens of symbolen, het talige kader van de mededeling wordt begrepen. In één werk is sprake van een herplaatsing van de ene werkelijkheid binnen een andere. In dit geval van ‘natuur’ binnen het kader van een tekstballon. In een tweede ingreep wordt het tekstuele kader zélf aangeduid met voorwerpen uit de werkelijkheid zoals een fiets, een theepot of een koffer. Met beeldende middelen wordt zo een domein van verbaliteit afgebakend. Daar waar definiërende woorden tekort schieten, domineert onherroepelijk het evocerende beeld.

Murganheira / Portugal,  25 juni 2021

Bericht 3

Blokkade en Verschiet

In de eerste periode van mijn verblijf zijn een aantal ‘in situ – momenten’ gerealiseerd waarin ik vooral het typische dilemma van de ingeving centraal stel.

Het dikwijls gemystificeerde onderwerp van inspiratie, idee of ingeving betreft voor mij vooral de precisie waarmee de onophoudelijke stroom van mogelijkheden zich geredigeerd weet. Een vruchtbare strijd tussen alles dat me tegenwerkt en alles waarin ik mogelijkheden ontwaar, dus tussen enerzijds blokkade en anderzijds verschiet vormt de werkelijkheid van mijn bezigheden. De hieruit ontstane installaties laten zien waarin een breed gespreide aandacht zich plots kan toespitsen op, wat zich voordoet als, een onvermijdelijk culminatiepunt. Zo’n moment is méér dan een singulier moment, vooral de samenvatting van een scala aan eerdere observaties, opvattingen, vermoedens en intenties. Deze eerste reeks van werken ontstaat dan ook voornamelijk in en rondom het al eerder beschreven rudimentaire werkverblijf maar is daartoe niet beperkt. Zoals in het observeren van zoiets ogenschijnlijk eenvoudigs als een graspol de gedachten een verbinding weten te maken met een veel ruimer veld van parallelle werkelijkheden, zo kan een installatie functioneren als een ‘pars pro toto’.

Blokkade als Verschiet

Het daagt me ook steeds meer dat in veel gevallen het ervaren van een blokkade de onvermijdelijke opmaat kan zijn voor een niet eerder serieus genomen route die vervolgens eigenlijk alleen maar wacht om genomen te worden. In dit geval vormt de reeks van inperkingen: een zeer klein atelier,een afgelegen locatie (ver weg van directe contacten), de afwezigheid van een gesteld doel of inhoudelijk kader, dat voorheen genegeerde mogelijkheden zich nu ineens presenteren als betekenisvol en urgent. Dat wat veronachtzaamd werd: het genot van het binnenvallend licht, de rust van het zitten op een stoel terwijl buiten de bijen zoemen, het spel met het plaatsen van de voorwerpen binnen een gewenste opstelling; blijkt plots allesbehalve irrelevant en bijzaak. De term ‘in situ’ stelt niet alleen de vraag wát dan behoort tot die plek. Is dat in nauwere zin de locatie en alles op die plek of is het ook alles dat wordt meegenomen zoals de opvattingen, de bredere dialoog met de kunst(wereld) en de continue interne dialoog.

Je neemt jezelf mee

Steeds duidelijker wordt het ook voor mij dat ,al wisselt de locatie of het gebruikte materiaal, de voortgang binnen het werk een eigen onvoorspelbare dynamiek vertoont. Waar je je ook bevindt, je neemt jezelf steeds mee. De centrale onderliggende vragen en fascinaties blijven binnen het werk steeds de hoofdzaak van aandacht, ongeacht locatie, materiaalgebruik of contextueel kader. Wat er wél gebeurt bij wisseling van locatie, materiaal of context is dat de geldigheid van de eigen benadering opnieuw wordt bevraagt. Iedere wisseling stuurt aan op toetsing van relevantie, wat moet blijven en wat kan overboord. Vaakblijkt dit pas later zo te werken, op het moment zélf wordt de eigen horizon ingenomen door talloze gewassen die van gelijke hoogte en belang lijken. Er blijft dan ook niets over dan volledige overgave aan het moment waarin alles samenvalt.

Murganheira / Portugal, 19 juni 2021

Bericht 2

Cel

Aangekomen in Murganheira / Portugal valt mij op dat het bouwsel dat als vertrekpunt dient voor het werkverblijf eerder een archetypische positie inneemt. Het simuleert de meest basale vorm van ‘onderkomen’ doordat het enkel het strikt noodzakelijke bezit: een dak, een deur, en een venster. Daarin doet het denken aan een plek waar men zich kan terugtrekken, kan concentreren, zich aan (geestelijke) verdieping wenst over te geven. Het doet denken aan een cel in een klooster, maar ook het beeld van een (gevangenis)cel waar men onvrijwillig tot afzondering wordtgedwongen is niet ver. De eerste foto’s van hetinterieur laten een ruimte zien waarin het schaarse
licht theatraal de ruimte doorboort en ook echo’svan een “white cube”, de modernistische expositielocatie bij uitstek, dringen zich op. Deze veelheid aan associaties zetten de toon

Socle du Monde

Lopend over het uitgestrekte veld waarin het bouwsel zich bevindt kantelt plots het beeld van wat ik tot dan “het huisje’ was gaan noemen. Opeens zag ik wat het óók was: een sokkel. Dit sculpturale rekwisiet dat tot niet zo lang geleden diende om het kunstwerk te verheffen boven het dagelijkse werd door beeldhouwers sinds Rodin als achterhaald beschouwd. Een sokkel die ‘kunst’ en ‘dagelijks leven’ wenst te scheiden staat haaks op het moderne levensgevoel. Wanneer Piero Manzoni een sokkel, voorzien van de titel “Socle du Monde” omgekeerd op de grond plaatst, verklaart hij de hele wereld en alles wat zich daar voltrekt tot kunstwerk. Het vormt een conceptueel sleutelwerk in de geschiedenis van de beeldhouwkunst.

Socle du Moment
De ‘sokkel’ die, terwijl ik een verkennende wandeling maakte, voor mij opdoemde was onontkoombaar. Zoals wel vaker diende zich ook nu weer onmiddellijk een woord aan, een hele titel zelfs: Socle du Moment. Het bevat een aardige incongruentie. Een sokkel ambieert vereeuwiging terwijl het momentane daar in alles tegenin lijkt te gaan. Veel van mijn werken hebben, in fysieke zin, eenkortstondig bestaan. Ze bestaan een maand, een dag of zelfs maar één moment. Een fotografische registratie vormt dan het enige bewijs van aanwezigheid. Toch doen ze voor mij niet onder voor de materieel meer duurzame werken, die ook worden gerealiseerd. De werken die hier in Murganheira ‘in situ’ zich kunnen ontwikkelen zullen ook, wellicht grotendeels, tijdelijk van karakter zijn. Als foto- installaties zullen ze toch de tijd kunnen doorkruisen. De eerste installatie die zo is ontstaan is “Socle du Moment”. Al de werken die volgen, zullen onder deze titel deel uitmaken van deze reeks waarin ‘het moment’ wordt erkend als cruciaal gegeven. En dit alles binnen een als sokkel vermomde cel of atelierruimte.

Murganheira / Portugal, 11 juni 2021

Bericht 1

In situ 

In het verschiet ligt een reis naar, en een verblijf in Portugal. Onder de overkoepelende titel in situ zullen achtereenvolgens een aantal kunstenaars werk maken in een dorpje in het binnenland van Portugal. Ik zal de spits afbijten en wat me al meteen al bezighoudt is de overkoepelende titel in situ. Vanuit de kunst is dit begrip samen komen te vallen met een wens tot directheid en locatiebetrokkenheid. Het zijn kunstenaars uit de Arte Povera en Land Art die de toon hebben gezet waarbij locatie-gerelateerd materiaalgebruik en contextuele inbedding verraden dat een besef van ‘hier en nu’ het kunstwerk oplaadt met een ongekende directheid. In situ wil ook zoveel zeggen als ‘ter plekke’, ‘op locatie’ of ‘in het oorspronkelijke verband’. Het werk dat op deze wijze ontstaat neemt niet enkel een mogelijke plaats in binnen een groter (kunst)theoretisch verband, maar kan zo tevens midden in een, door in- en outsiders te ervaren, levendige actualiteit staan. Een werk in situ is geneigd de contemplatieve basis van het hoofd te verlaten om vervolgens plaats te nemen op het performatieve podium van de dagelijkse werkelijkheid. 

Plaatsbepaling

In mijn werk is altijd sprake van een of andere vorm van plaatsbepaling, positionering. Het feit dat Portugal de locatie vormt van dit project creëert meteen een associatief kader. Het feit dat het de uitvalsbasis vormt van talloze ontdekkingsreizen die hebben geleid tot een nieuw besef van de wereld (Hendrik de Zeevaarder, Vasco da Gama, Christoffel Columbus) vormt een onuitwisbare component. Het kunstenaarschap als een vorm van reizen en verkennen is voor mij erg vertrouwd.  Een tweede associatie leidt naar de literatuur, en dan niet alleen naar Luis de Camoes maar meer nog naar Fernando Pessoa. Het zijn met name de heteroniemen waarin de schrijver zich opsplitst die een hedendaagse realiteit openbaren. Er kan niet langer sprake zijn van een ondeelbare afgeronde identiteit. Het ‘ik’ is beweeglijk en onderweg en laat zich moeilijk fixeren. Ongetwijfeld zijn er nog veel meer aanknopingspunten, maar voor mij zijn dit momenteel de meest relevante.

Springplank

Wanneer er zich dan een mogelijkheid aandient om in situ werk te realiseren blijkt het bijna altijd onmogelijk te voorspellen wat precies kern en bijzaak wordt binnen het totaal van ingrediënten dat zich aandient. Een goed voorbeeld hiervan is het in situ ontstane werk Traveller’s Treat (1,2,3,4) dat in 2007 in Berlijn ontstond. In de hotelkamer die ik betrok bleek de gehele bodem bedekt te zijn met een tapijt dat de beeltenis droeg van een uitvergroot Amerikaans bankbiljet: een dollarbiljet met de afbeelding van Washington. Het was onmogelijk zelfs maar te denken in de nabijheid van zo’n alles-absorberende beeldinvasie. Het enige dat ik kon doen was deze ‘aanval’ te pareren met datgene dat ik als reiziger bij me had en dat in de hotelkamer voorhanden was. Zo ontstonden een viertal installaties waarin kussens, dekens en reisbenodigdheden als tandenborstel, scheerapparaat etc. mijn ‘wapens’ werden in een poging Washingtons aanwezigheid te relativeren en soms zelfs te smoren om zo mijn aanwezigheid een kans van slagen te geven. Dit werk was op voorhand niet te voorspellen en ook in Portugal voorzie ik dat, buiten de voorbereidende en oriënterende stappen, het uiteindelijke werk zich zal aandienen. Alles dat voorafgaat aan het moment dat ik me in Portugal zal bevinden om in situ werk te realiseren zie ik dan ook als springplank. Hóe de sprong zal zijn en waar ik zal landen laat ik over aan grotere krachten dan louter mijn wil.

Gerard Koek, Nijmegen 5 mei 2021